The Shire
Scenario 03: Minder grote media, méér kleine websites
Hoe ziet de journalistiek eruit in 2025? Om daar achter te komen liet het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek vier toekomstscenario's ontwikkelen. Hier lees je scenario 03. The Shire: Een wereld waarin grote organisaties verdwijnen en burgers steeds meer zichzelf gaan organiseren (do it yourself) en terughoudend zijn ten op zichte van nieuwe technologie (terughoudend.)
De scenario’s zijn gebaseerd op de input van 150 betrokkenen van binnen en buiten de sector. Lees meer over hoe de scenario’s tot stand zijn gekomen.
MethodeDe overheid en grote mediabedrijven krijgen steeds minder invloed
Burgers en journalisten werken samen in community’s. De regio wordt belangrijker
The Shire verwijst naar de streek uit The Lord of The Rings waar de Hobbits wonen: een regio vol kleine, middeleeuwse dorpjes die zelfvoorzienend zijn en zich weinig aantrekken van wat er in de rest van de wereld gebeurt. In dit scenario hechten burgers, net als in The Shire, waarde aan kleinschaligheid, zelfredzaamheid en voorzichtigheid. Ze starten liever hun eigen initiatieven dan dat ze van een grote organisatie afhankelijk zijn. De rol van de overheid wordt kleiner en professionele journalistieke media maken plaats voor een wildgroei aan community-sites.
Het vertrouwen in de overheid en andere grote instituties is in dit scenario sterk afgenomen. Volgens veel burgers is de overheid onvoldoende transparant, gaat ze onvoldoende de dialoog aan en biedt ze onvoldoende service. Ook lukt het de overheid niet burgers te beschermen tegen privacyschendingen door grote bedrijven als Facebook en Google. Daar komt bij dat verschillende ervaringen met cybercrime de angst voor nieuwe incidenten hebben aangewakkerd. Nederlandse consumenten zijn daardoor terughoudend geworden in het gebruik van internetdiensten.
Een steeds grotere groep Nederlanders zet zich in voor een nieuwe, decentrale samenleving, met een sterke deeleconomie. VPRO Tegenlicht portretteert deze ‘kantelbeweging’, aangevoerd door wetenschapper en activist Jan Rotmans.
Bekijk de uitzendingIn deze nieuwe wereld zetten kritische burgers de toon: de consument als toezichthouder. Steeds meer Nederlanders voelen zich niet verbonden met de samenleving. Het gevolg daarvan is dat de eigen wijk en regio nieuwe ankerpunten voor de burger zijn geworden. Privacy, solidariteit en zorgzaamheid staan hoog in het vaandel, hoewel het vaak lastig blijkt dit praktisch vorm te geven. Verregaande bezuinigingen bij de overheid leiden ertoe dat steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij de burger komen te liggen, met een enorme groei van burgerinitiatieven tot gevolg.
Uit deze ‘zelforganisatie’ vloeit een sterke netwerk- en deeleconomie. Verzekeringen worden onderling geregeld, energie wordt lokaal opgewekt en gedistribueerd en buurtgenoten verlenen elkaar mantelzorg. Er bestaan verschillende digitale platformen voor uitwisseling van producten en diensten. Je leent gereedschap van je buurman met apps als Peerby, autoritten kun je delen met anderen via platformen als Blablacar en UberPool. Sommige peer-to-peer-netwerken hanteren zelfs een eigen betaalsysteem, zoals de Bitcoin. In meer traditionele sectoren wordt de macht van de burger versterkt door de opkomst van ratingsystemen: de consument kan met het geven van waarderingen voortdurend de vinger aan de pols houden.
De wantrouwende houding van consumenten tegenover nieuwe technologie heeft ervoor gezorgd dat apparaten zich nauwelijks verder hebben ontwikkeld. Televisies, smartphones, tablets, laptops en wearables (gadgets die op het lichaam gedragen worden) bestaan nog steeds. Er zijn virtual reality- en 3D-producties ontwikkeld, maar deze werden niet warm onthaald door het publiek. De aandacht van de industrie is verlegd van het ontwikkelen van nieuwe technologie naar het optimaliseren van de bestaande. Daarbij speelt de veiligheid van technologie een belangrijke rol.
Door vertaalprogramma’s kan Nederlandse content overal ter wereld worden gemaakt
Er is een belangrijke technologie die wél verder wordt ontwikkeld: de vertaalmachine. Door de komst van geavanceerde vertaalprogramma’s is het vertalen en ondertitelen van buitenlandse producties een fluitje van een cent en spotgoedkoop. Dat heeft grote gevolgen voor de creatieve sector: er ontstaat een veelstemmig mondiaal media-aanbod. Vooral in lagelonenlanden zoals India, China en Maleisië groeit de creatieve industrie hard. De Nederlandse sector, met haar relatief hoge loonkosten, speelt daarom internationaal geen rol van betekenis.
Het dalende vertrouwen in grote organisaties heeft ook aanzienlijke gevolgen gehad voor het Nederlandse journalistieke landschap. Consumenten zijn moeilijk te verleiden tot het betalen voor nieuws. Veel kranten, tijdschriften, tv-programma’s en journalisten worden tot het establishment gerekend, wat in deze samenleving geen compliment is. Burgers zijn steeds minder geïnteresseerd in de traditionele politiek. De kwesties waar mensen voor warmlopen zijn vooral van lokale en internationale aard. Nieuws wordt ook anders gebracht. Steeds vaker wordt journalistiek bedreven vanuit een specifieke blik op de wereld: christelijk, islamitisch, of bijvoorbeeld feministisch. Door de dalende lezersaantallen en teruglopende advertentie-inkomsten is de bodem uit het traditionele verdienmodel van kranten en tijdschriften gevallen. Daardoor zijn veel journalistieke titels gesneuveld. Ook de televisiewereld heeft moeite het hoofd boven water te houden.
Eén van de bekendste voorbeelden van lezers die meewerken aan journalistiek is Bellingcat. Data, kaarten en foto’s vormen de basis voor het online-platform waarop burgerjournalisten samenwerken, onder andere aan onthullingen rond vlucht MH17.
bellingcat.comEr zijn enkele kranten en tijdschriften overeind gebleven door met een heel herkenbaar profiel een specifieke groep lezers aan zich te binden. Lezers werken nadrukkelijk mee aan journalistieke producties: ze dragen onderwerpen aan, doen actief mee in het journalistieke proces door bijvoorbeeld beleidsdossiers uit te pluizen of schrijven en produceren zelf nieuws (burgerjournalistiek). News you can use, zogenaamde servicejournalistiek met informatie die de lezer direct kan gebruiken, neemt een belangrijk plaats in.
Toch heeft het grootste deel van het publiek de krant verruild voor online discussies. Mensen organiseren zich in online community’s waarin ze met gelijkgestemden verhalen, beelden en meningen uitwisselen. Deze gratis toegankelijke fora zien hun bezoekersaantallen elk jaar groeien.
Door de grote bezoekersaantallen en specifieke gebruikers zijn de community-sites aantrekkelijk voor lokale adverteerders. De platformen proberen met behulp van sponsoring, donaties van leden en het organiseren van evenementen extra inkomsten te genereren. Leden krijgen de mogelijkheid om tegen een vaste bijdrage een advertentievrije site te bekijken. Community-sites die serieus aandacht besteden aan lokale en regionale politiek hebben het lastig, want het publiek is nauwelijks meer geïnteresseerd in het kritisch volgen van de overheid omdat haar rol zoveel kleiner is geworden.
Door de grote bezoekersaantallen en specifieke gebruikers zijn de community-sites aantrekkelijk voor lokale adverteerders. De platformen proberen met behulp van sponsoring, donaties van leden en het organiseren van evenementen extra inkomsten te genereren. Leden krijgen de mogelijkheid om tegen een vaste bijdrage een advertentievrije site te bekijken. Community-sites die serieus aandacht besteden aan lokale en regionale politiek hebben het lastig, want het publiek is nauwelijks meer geïnteresseerd in het kritisch volgen van de overheid omdat haar rol zoveel kleiner is geworden.
De populariteit van community-sites leidt tot meer directe betrokkenheid van burgers. Maar doordat de sites zich vaak specialiseren in één thema, levert het ook een versplintering van het nieuwsaanbod op. De berichtgeving op de community’s is ook nog eens van zeer wisselende kwaliteit. In het slechtste geval zijn het niet meer dan echokamers waarin nieuws en meningen eindeloos rondkaatsen en alleen wordt gezocht naar bevestiging van het eigen gelijk.
Het fenomeen waarbij burgers vooral mediabronnen raadplegen die de eigen opvattingen bevestigen staat bekend onder de naam ‘selectieve blootstelling’. Het Sociaal Cultureel Planbureau onderzocht de aanwezigheid en mogelijke gevolgen hiervan in Nederland.
Lees het rapportDe kosten van video en livestreaming zijn gedaald, waardoor veel kranten-, tijdschriften- en community-sites op hun websites live-beelden aanbieden van hoge beeldkwaliteit. Online is er een groot aanbod van regionale en lokale videokanalen. Lineaire televisie trekt alleen nog kijkers en adverteerders bij belangrijke gebeurtenissen. Commerciële televisie-aanbieders opereren vooral op hun eigen websites en via online kanalen zoals YouTube.
De maatschappelijke veranderingen leiden ook tot een nieuw publiek bestel. Elk medium met een redactiestatuut kan in aanmerking komen voor subsidiëring wanneer zij kan aantonen dat bij een belangrijk maatschappelijk thema sprake is van een dreigend tekort. Daarnaast ondersteunt de overheid een aantal grote community-sites met een professioneel opgeleide community manager die de discussies modereert, aanvult en samenvat.
Een deel van de Nederlandse samenleving raakt de weg kwijt in het overvolle en chaotische aanbod van beeld en tekst. Het is moeilijk te bepalen wat ‘waar’ is en wiens oordeel te vertrouwen is. De kenniskloof in de Nederlandse samenleving wordt groter. Deze kloof valt grotendeels samen met het onderscheid tussen hoog- en laagopgeleiden. Hun ‘zoekstrategieën’ verschillen; hoogopgeleiden verzamelen nieuws uit meerdere bronnen terwijl laagopgeleiden slechts één of enkele bronnen raadplegen. Door filterbubbels wordt dit effect verder versterkt.
Een filterbubbel is het verschijnsel waarbij websites en zoekmachines hun resultaten afstemmen op iemands eerdere online zoekgedrag. Deze personalisering van zoekresultaten leidt ertoe dat je in mindere mate geconfronteerd wordt met informatie die niet strookt met je overtuigingen of voorkeuren.
Er wordt geëxperimenteerd met journalistieke keurmerken
Duiding komt tegenwoordig vooral van deskundigen, omdat journalisten worden gewantrouwd. Desondanks weten enkele titels en zelfstandige journalisten een sterke reputatie op het gebied van onderzoeksjournalistiek op te bouwen. Via crowdfunding financieren zij hun werk. Er ontstaan verschillende initiatieven om journalisten kwaliteitskeurmerken toe te kennen, maar doordat er voortdurend discussie is over wie zo’n keurmerk mag toekennen en welke criteria worden gehanteerd, komen deze experimenten nooit echt van de grond.
Het aantal werkende journalisten is sterk afgenomen
De werkgelegenheid binnen webtitels, met kleine redacties en weinig eigen content, staat in geen verhouding tot het vroegere aantal banen bij de verdwenen titels. Daardoor is het aantal werkende journalisten sterk afgenomen. Door de groei van community-sites ontstaan er ook nieuwe journalistieke rollen. Een deel van de professioneel opgeleide journalisten werkt als community-manager: ze modereren discussies en binden mensen aan de platformen.
Het lukt een klein aantal zelfstandige journalisten om hun brood te verdienen met artikelen en fotografie op eigen websites, of door het leveren van betaalde bijdragen aan community’s. Freelancers verdienen geld door te jongleren met verdienmodellen: naast de verkoop van artikelen verkrijgen ze inkomsten door crowdfunding, giften en het produceren van branded content.
Alexander Pleijter, Hogeschool Fontys