Trends
De ontwikkelingen die de basis vormen voor de vier scenario’s
De basis voor het scenario-onderzoek is gelegd in vijf thematische trendbijeenkomsten met 150 deelnemers van binnen en buiten de sector. Zij bespraken welke ontwikkelingen zij op dit moment zien in de journalistieke sector en welke ontwikkelingen zij de komende jaren verwachten. Dat leverde een verzameling zekere en onzekere trends op die de basis vormen van de vier scenario’s. Zekere trends zijn trends waarvan alle deelnemers verwachten dat ze zullen plaatsvinden. Bij onzekere trends is er discussie over of ze zich wel of niet voltrekken. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste maatschappelijke, technologische en journalistieke trends. Een volledig overzicht, inclusief cijfers en referenties, is terug te vinden in het onderzoeksrapport.
De overheid trekt zich op dit moment terug uit allerlei gebieden in de maatschappij en stoot verschillende taken af. De deelnemers aan de trendbijeenkomsten verwachten dat dit doorzet. Dat betekent onder meer dat er verder bezuinigd wordt op de publieke omroep en dat zij mogelijk genres als sport, spel en amusement niet meer zal brengen. De verdere decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten en provincies kan de vraag naar goed ingevoerde regionale journalisten vergroten.
De scenario’s zijn gebaseerd op de input van 150 betrokkenen van binnen en buiten de sector. Lees meer over hoe de scenario’s tot stand zijn gekomen.
MethodeHet vertrouwen van burgers in overheden, media, bedrijfsleven en NGO’s bereikte in 2014 een dieptepunt. Als deze daling doorzet dan is de verwachting dat burgers nog meer dan nu zaken zelf gaan organiseren en meer kleine initiatieven starten (do it yourself). Maar als het vertrouwen herwonnen wordt dan kunnen grote organisaties de burger met diensten en producten blijven bedienen (do it for me).
Lees het volledige rapport
Een andere belangrijke onzekerheid is de toekomstige machtsbalans tussen overheden en de grote, wereldwijde internetconcerns. Overheden proberen burgers en bedrijven te beschermen tegen de marktmacht van internetconcerns. Er valt namelijk nauwelijks mee te concurreren en media en contentmakers zijn steeds meer afhankelijk van het netwerk en de algoritmes van Google en Facebook. Als het overheden niet lukt om de macht van deze marktpartijen in bedwang te houden zal dat grote invloed hebben op de creatieve en journalistieke sector. Datzelfde geldt voor privacybescherming: als de bescherming van privégegevens van consumenten wordt versterkt en consumenten bewuster met hun gegevens om gaan, dan ziet het digitale landschap er heel anders uit dan wanneer de huidige, nonchalante houding ten opzichte van digitale privacy doorzet.
Bekijk de lijst met deelnemers aan de scenariobijeenkomsten
Verwacht wordt dat er een groeiende kloof ontstaat binnen de samenleving, onder meer door een verschillend mediagebruik. Hoogopgeleiden halen hun nieuws uit meerdere bronnen, terwijl laagopgeleiden slechts een of enkele bronnen raadplegen. Deze kloof vermindert de sociale cohesie.
Verschillende technologische ontwikkelingen zullen het journalistieke landschap de komende tien jaar sterk beïnvloeden. De doorbraak van smart devices (smart phones, tablets, smart watches etc.) heeft de nieuwsconsumptie veranderd van passief naar actief: gebruikers klikken, liken en becommentariëren. Deze beweging zet zich door en het mobiele internet groeit naar verwachting met tientallen procenten per jaar. De opkomst van social media maken nieuws sneller en voor journalisten zijn Twitter en Facebook niet meer weg te denken uit het vak.
De groei van bandbreedte zorgt ervoor dat er meer en sneller video gestreamd en geüp- en -download kan worden. Ook wordt het makkelijker om, relatief zware, virtual reality- applicaties te downloaden. Ook de snelheid van mobiel internet blijft toenemen waardoor het livestreamen van video met mobiele apparaten steeds goedkoper zal worden.
De opkomst van het internet of things zal ook veel verandering teweeg brengen. Waar er tien jaar geleden één op de tien mensen een connected device , een apparaat met internetverbinding, bezat zullen er in 2025 per mens tien connected devices zijn. Technologie en internet bevinden zich dan overal om je heen: nieuws kijk je op je horloge, keukenmuur of autoruit. Ook kunnen apparaten volop met elkaar communiceren, wat verschillende nieuwe mogelijkheden biedt.
Het personaliseren van nieuws en advertenties wordt eenvoudiger door betere koppelingen tussen gebruikersprofielen en GPS-locaties. Content kan worden afgestemd op je voorkeuren en locatie. Er wordt steeds meer en op slimmere manieren data verzameld over gebruikers. Het is onzeker of privacy daardoor een groot maatschappelijk issue wordt of dat consumenten zich daar niet druk over maken.
De ontwrichting van verdienmodellen van mediaorganisaties zet de komende jaren door. Naar verwachting blijven de advertentie-inkomsten voor papieren media dalen. Voor televisie zijn de advertentie-inkomsten weliswaar nog stabiel, maar de sector denkt dat het slechts een kwestie van tijd is voor ook daar adverteerders weglopen. De ontbundeling zet door: consumenten lezen niet meer een hele krant maar kopen steeds vaker artikelen per stuk en zijn niet langer trouw aan één merk.
Nieuws werd altijd aangeboden in bundels: je koopt een krant vol artikelen en bijlages of kijkt een nieuwsuitzending met allerlei verschillende items. De technologische ontwikkeling maakt het makkelijker om verhalen individueel aan te bieden: je kunt nu een los artikel kopen of één fragment uit een talkshow terug kijken.
Op individueel vlak valt op dat mediagebruikers, met name jongeren, steeds meer media gaan ‘snacken’: ze verzamelen nieuws met korte clickrondjes langs websites, apps en sociale media, in plaats van dat ze uitgebreid de krant lezen of het journaal kijken. Ook wordt er steeds meer media simultaan geconsumeerd: wanneer de familie samen op de bank televisie kijkt heeft elk familielid vaak tegelijkertijd een eigen apparaat op schoot.
Bedrijven zullen steeds meer invloed krijgen op nieuwsmedia, verwachten de deelnemers van de trendbijeenkomsten. Denk bijvoorbeeld aan journalisten die verhalen maken voor bedrijven, het zogenaamde branded journalism. Marketingafdelingen krijgen hierdoor meer invloed op redactionele keuzes. Steeds meer instellingen en bedrijven gaan journalistiek geschreven persberichten verspreiden. Waardoor er steeds meer discussie ontstaat over de integriteit en onafhankelijkheid van de journalistiek. Op dit moment is het vertrouwen in de media al historisch laag. Journalisten lijken vaak uit op hard nieuws, schandalen en politieke relletjes, maar het publiek heeft daar niet altijd behoefte aan.
De rol van de journalistiek kan daardoor verschuiven naar taken waar het publiek meer waarde aan hecht. Voorbeelden daarvan zijn het faciliteren van dialoog en ‘servicejournalistiek’; het brengen van informatie die direct toepasbaar is.
Het publiek gaat een grotere rol spelen in het journalistieke proces, maar het is onzeker in welke mate en vorm. Burgers kunnen tijdens een nieuwsproductie meedenken en een item helpen uitpluizen. Mogelijk kunnen ze vaker eigen onderwerpen aandragen bij redacties. Maar de trend zou zich ook sterker kunnen doorzetten wanneer burgers zelf hele nieuwsverhalen maken en verspreiden.
Tot slot is het onzeker of traditionele redacties snel genoeg kunnen inspelen op de veranderende eisen van lezers en kijkers, het omschakelen naar digitale strategieën en het experimenteren met verdienmodellen. Mediaorganisaties zijn inflexibel en door de vele bezuinigingen is er minder slagkracht en motivatie om te veranderen. Toch zien veel deelnemers ook hoopvolle bewegingen op redacties, zoals het verkennen van nieuwe formules en het uitnodigen van wetenschappers om hun inzichten te delen en mee te denken over de strategie.